Wies bezocht vanochtend de break out sessie van Kristine Kousholt. Gisteravond hebben we de tafel gedeeld tijdens het diner, dus we kennen haar al een beetje :)
Kousholt gaat eerst in op het Deense onderwijssysteem. De Deense folkeschole loopt van 6 to 16! Op dezelfde school.
Nadruk in het Deense onderwijs ligt van oudsher op Bildung, het ontwikkelen van de persoon. Daarbij past een vrije keuze van methode, veel teamwerk, maar wel alleen voor de klas staan. Deense scholen werken vaak met meervoudige intelligenties en ook het Noorse LP model. Voor de leerling betekent dit veel differentiatie, projectwerk, creativiteit en korte lijnen tussen leerling en leraar.
'Internationale tests lenen zich voor het bekritiseren van je eigen schoolsysteem, ook al voldoet het systeem voor jezelf.'
Sinds 1991 ligt er meer focus op competition en voorbereiden op arbeidsmarkt. Is leren bedoeld om goede democratische burgers op te leiden of om je goed te laten werken? Dat laatste is een eenzijdiger benadering van de mens als geheel.
Sinds 1993 worden meer testen verplicht, meer centraal geregeld. Formatieve toetsen werden al veel afgenomen, door leerkrachten zelf. Vaak in de vorm van interne assessments.
Sinds 2010 zijn nationaal gestandaardiseerde tests geïmplementeerd. Bedoelingen zijn om deze tests als pedagogische instrumenten te gebruiken, om gedifferentieerder te kunnen lesgeven en om meer aan gelijkheid te kunnen werken. Tests worden niet openbaar gemaakt en geen ranking-the-school. Dit is low-stake testing, anders dan in Engeland en Amerika. Dat wil zeggen dat deze toetsresultaten niet worden gebruikt om scholen of leraren op af te rekenen. Ze willen niet toe naar teaching for the test!
Er worden tien toetsen afgenomen in de hele schoolloopbaan. Dat is een per jaar, wat een verschil met ons en met bijv Amerika!
Actuele ontwikkelingen!
In augustus 2014 komt een grote reform van de folkeskole. De academische folkeskole komt eraan. Dit is een greep uit de overheidsplannen.
Ze werkten al veel aan 21st century skills! De bovenste drie onderdelen. Ze willen dat waar ze goed in zijn behouden en verder uitbouwen. Onder andere door meer uren naar school te gaan, een bredere school, meer ICT, meer gym en meer nadruk op innovatie en entrepreneurship. Er is heel veel discussie nu in Denemarken over de mogelijke goede en slechte gevolgen van deze plannen.
Gevreesd wordt voor versmalling van het curriculum als gestandaardiseerde testen leidend worden. Dat zagen we al gebeuren bij de andere landen.
De huidige toets
De toets die nu afgenomen wordt is CAT, Computer automated test. Het is adaptief, dus zodra de test heeft vastgesteld wat het niveau van de leerling is, is de test klaar.
Kousholt's studie richt zich op het perspectief van het kind, hoe ervaren zij de toetsen? Welk effect heeft de toets op het kind? How testing becomes part of the childrens and teacherproof participation in the school context.
Wat kunnen deze toetsen betekenen? Ze hebben verwachte en onverwachte consequenties.
Leraren geven aan dat het fijn is om deze informatie ook te kunnen gebruiken. Maar het versmalt het curriculum, neemt ook veel zelfvertrouwen weg bij de leerling.
In Denemarken wordt de test zelf ook kritisch onder loep genomen. Housholt geeft een antwoord op de vraag of dit een goede test is: nee, niet echt.
Maar Housholt geeft ook een voorbeeld van goed gebruik van zo'n test: lage score op woordenkennis en de leraar maakt een creatieve werkvorm waarbij leerlingen 'word-detectives' zijn.
Het perspectief van de kinderen
Tijdens de test, in de voorbereiding en na de test observeert en spreekt Housholt de kinderen. Ze ziet daar de volgende dingen gebeuren:
- Kinderen willen graag bij hun vrienden in de groep zitten, ook al is het individueel. Ze leren in een community.
- Belangrijk om niet als laatste te eindigen. Is er iets mis met me, ben ik te langzaam?
- Er was ook een jongen die zijn best deed om een manier te zoeken om zo snel mogelijk klaar te zijn.
- Leerlingen vinden het moeilijk als de juf vertelt aan hun ouders dat ze lager scoren dan hun klasgenoten.
Uit literatuur blijkt ook niet altijd dat leerlingen beter worden van toetsresultaten. Het ligt er maar aan hoe je ervoor staat, hoe je met deze testresultaten omgaat.
Housholt ziet dat sommige kinderen het toetsen als een spelletje zien: hoeveel opdrachten heb jij al gedaan? Daardoor werd het wel 'fun'. Maar niet iedereen krijgt evenveel opdrachten, omdat het dus adaptief is. Sommige kinderen gaven aan dat het voelde als een kooi, anderen mogen al spelen! Tip van de klasgenoot is om maar gewoon wat in te vullen, dat is sneller. Een andere leerling gaf aan: ik heb zoveel geleerd tijdens de test!
Assessment as such does not promote learning, but recieving feedback promotes learning. Daarom geeft Housholt aan dat assessment en tests contextueel moeten zijn, en gericht op ontwikkeling. Als docent ben je liever geen rechter, maar juist een vriendelijke filosoof. Ook doet ze voorstellen hoe je dit vorm geeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten