Creativiteit helpt ons om om te gaan met de snelle veranderingen in onze wereld. Wat is het? Een aantal definities passeren de revue, die van Charles Mingus, Erich Fromm, Arthur Koestler en Ken Robinson.
In het klaslokaal is creative learning een proces: input geven, iets gaan doen, je werk laten zien, reflecteren en weer input geven. Belangrijk voor de input is bijvoorbeeld hoe je lokaal is ingericht en welke taal je gebruikt, denk je hypothetisch en vanuit wij of ik? Ideeën mogen hoge eisen stellen, waarbij je materialen nodig hebt die aansluiten bij de teken die je hebt.
Wat leren leerlingen van creativiteit?
Taalontwikkeling
Attidtude en gedrag veranderde
Nieuwe vaardigheden geleerd
Meer onafhankelijk en kritisch denken
Deden beter in allerlei vakken, niet alleen creatieve vakken.
Fijn van een museum: je hoeft geen toetsen af te nemen, je begint lekker bij het begin, je hoeft niet op te voeden, heerlijk die vrijheid! Dus we gaan lekker wat anders doen!
Buiten het lokaal kun je anders denken qua inhoud, ruimte, methode en tijd. In de inhoud starten ze met een idee en laten daarna de dialoog de inhoud bepalen. Methode sluit aan op de ruimte en tijd. Ze zijn gestart met het bedenken van hun kernwaarden, zoals wij vaak zeggen, start met je visie. Ze kwamen uit op: vertrouwen, risico, respect, vrijgevigheid en openheid. Om deze waarden levend te houden wordt er continu gereflecteerd op het eigen werk.
Leren wordt door Tate gedefinieerd als 'change through experience'. Sleutelbegrippen daarbij: creative input, omgeving, taalgebruik, materialen. Wat werk nu om die joyful experiences te creëren? Een positieve houding, interactie op relatieniveau, een intellectuele uitdaging maar ook een zintuiglijke ervaring. Een uitnodiging om ideeën te bedenken, en dat samen leidt tot een mogelijkheid/ kans om te acteren, iets te doen. Iets doen kan op kleine en grote schaal.
Hoe geven ze dit vorm!? Een complete verdieping voor leren: Tate Exchange. Een heel jaar in een bepaald thema. Dit jaar is het thema 'production', volgend jaar is het 'movement'. Kunstenaars en mensen van Tate verzorgen dingen, iedereen kan aanhaken, je hoeft niet te boeken vantevoren. Je gaat daardoor mee creëeren, mee doen. Er zijn allerlei mogelijkheden om vanalles te doen. Je kan ook zelf vanalles maken, bedenken en doen. Bijvoorbeeld schoolklassen die daar hun les krijgen. Er komen 500-750 mensen per dag die zeker 1 uur blijven. Op de vloer zijn 15 mensen om het gesprek aan te gaan met iedereen die op bezoek komt. Maken en praten zijn de krachtige motoren om het creatieve leren tot stand te brengen.
Anna Cutler geeft enorm veel voorbeelden, zoals de klas (12-16 jaar) die daar de opdracht kreeg: ontwerp een theehuis. Een leerling sprak een engineer die toevallig rondliep en samen hebben ze een compleet kartonnen huis gebouwd. Een jonge groep (5-7 jaar) van een school of creative arts maakt iets fantastisch door alles wat ze ontdekt hebben en dat plaatste Tate in de collectie. Ze reguleren hun eigen volume door handen op te houden als het te luid wordt.
Nothing has to be the way it is!
Afsluiting met een opdracht met post-its:
Bedenk eens twee dingen die jij kan en zou willen veranderen in jouw ruimte!?
Bedenk ook eens twee dingen die jij kan en zou willen veranderen buiten jouw ruimte!?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten