vrijdag 30 januari 2015

Schoolbezoek: Spa school



De tweede school die Wies met de groep bezocht was de Spa school. Deze middelbare school is gericht op kinderen die in het autistisch spectrum vallen. Uiteraard een veel kleinere school; ongeveer 100 leerlingen. Een deel daarvan is zwaar autistisch maar er zijn ook leerlingen die zich redelijk kunnen redden.

De school is een kleine gemeenschap op zich; leerlingen zijn verantwoordelijk voor de kippen, de kas met groenten wordt met leerlingen beheerd en voor de buurt wordt een school house cafe gerund.

Ook hier een aantal highlights. Ik heb zelf minder ervaring met speciaal onderwijs in Nederland, dus wie weet is dit niet zo nieuw voor anderen ;)

Structuur, structuur, structuur. De hele school was volgens vaste structuren ingericht. Er heerste een rustige, vriendelijke sfeer. De muren werden rustig gehouden, alles werd met pictogrammen aangeduid en de temperatuur gelijkmatig gehouden. De leraren hadden allemaal een soort sleutelhanger met pictogrammenkaartjes op zak, om beter met leerlingen te kunnen communiceren.Er is een sportruimte met fitnessapparaten, dat leek luxe maar is voor deze groep heel prettig. Zo kunnen ze wel bewegen maar hoeven ze geen teamsporten te doen. Ook later is het makkelijker als ze een fitnessabonnement willen; ze hoeven dan niet meer uitleg te vragen over de apparaten, wat een echte drempel kan zijn.


Tijdens het lesbezoek wat we in kleine groepjes deden werd mij duidelijk hoe moeilijk het kan zijn om aan deze groep les te geven; een teacher en twee teacher assistants waren aanwezig in een klas van vier leerlingen. Bijna één op één onderwijs. Dat was wel nodig, twee leerlingen liepen regelmatig weg van hun stoel. Een leerling kwam zich voorstellen aan ons (we zaten muisstil achter in de klas). Een tweede kwam high fives geven en daarna knuffelen. Dat werd direct tegengehouden door de teacher assistants; ze leren aan dat fysiek contact niet de bedoeling is met vreemde mensen.
De leraar maakte veel gebruik van visuele aanwijzingen, wijzen naar ogen als ze iets moeten bekijken, naar oren als ze goed moeten luisteren etc. Om de overgang van het ene lesonderdeel naar het andere onderdeel soepeler te maken kregen de leerlingen eerst te horen wat ze gingen doen, daarna deden ze een klap/beweegspelletje en dan pas start het tweede onderdeel.

Het digibord werd interactief gebruikt; de leerlingen kwamen een voor een naar voren om het spel te spelen. Daarna speelden de kinderen taalspelletjes op de laptops. Zowel voor de motoriek als letters leren een goede oefening.

Aan het eind van ons bezoek konden we alle vragen stellen en de school bedanken voor hun gastvrijheid. Tip voor een andere groep: ga lekker lunchen of koffie drinken in het school house cafe (foto hiernaast) als je in de buurt bent :)

donderdag 29 januari 2015

Kort verslag van de lezing van Pedro de Bruyckere

De pyramide van Maslow heeft aan de basis wi-fi en battery life gekregen als nieuwe primaire levensbehoeften. Uit onderzoek is gebleken dat de pyramide van Maslow niet klopt evenals een tabel waarin staat van welke vorm van leren je het meeste zou onthouden. Een hele reeks voorbeelden wordt aangehaald en komisch bekritiseerd, waaronder de term 'digital natives' die eerder werd geïntroduceerd door Mark Prensky. Ook het succesverhaal van Sugata Mitra, over kinderen die kennismaken met een computer die is ingebouwd in een muur, wordt sterk in twijfel getrokken, omdat onderzoekers nadien geen bewijzen hebben kunnen vinden dat het heeft plaats gevonden en dat de positieve resultaten waar zijn. Vervolgens worden een aantal fundamentele vragen gesteld die aanleiding moeten geven tot nadenken over de authentieke leeromgeving, progressief onderwijs en de rol van de docent. Een werkvorm hierbij ontbreekt, waardoor deze vragen vluchtig blijven. Na een experiment over visie waarbij twee personen uit het publiek worden betrokken, wordt een sprong gemaakt naar internet en leren binnen de context van een netwerk. Vervolgens worden Moocs aangehaald en de vraag wat leren eigenlijk is. Hieruit volgen een aantal open deuren en een bruggetje naar een test over het werkgeheugen. Daarna wordt de theorie over de verschillende leerstijlen volgens Gardner onderuit gehaald met een semi-wetenschappelijke groepstest. Hij stelt dat je de verschillende kanalen waarop informatie binnenkomt niet overbelast mag raken, dus dat je de drie kanalen beeld, geluid en tekst niet tezamen mag aanbieden. Twee kanalen leveren volgens onderzoek schijnbaar een hogere efficiëntie op. Het gaat nog over sociaal-constructivisme, gesitueerd leren en collaboratief leren, die handvatten moeten opleveren voor het publiek. Het vormt een geanimeerde lezing, die door een enorme hoeveelheid voorbeelden aan het denken zet, maar de luisteraar ook met een handvol doorbroken mythes, bekende onderwijsconcepten en een onsamenhangende conclusie over leren achterlaat.

Schoolbezoek: Lilian Baylis Technology School

Met een groep docenten bezocht Wies een middelbare school in Londen. De Lilian Baylis Technology School is de afgelopen jaren met 'outstanding' beoordeeld door de Ofsted (inspectie) en is een relatief kleine school met zo'n 640 leerlingen.

We werden hartelijk ontvangen door de head teacher en mochten overal rondkijken. Er was geen programma (en geen koffie/thee helaas ;-)). Hieronder een aantal highlights uit dit bezoek.

Gebruik maken van wat we weten over onderwijs:
http://educationendowmentfoundation.org.uk/toolkit/ Deze toolkit geeft aan van interventies wat ze aan leeropbrengst hebben. Bijvoorbeeld huiswerk meegeven (VO) kan je een leerwinst van +5 maanden opleveren. Terwijl kleinere klassen +3 maanden oplevert, maar heel veel meer kost.
Visible Learning - John Hattie (in Nederlandse versie hier). John Hattie heeft veel onderzoek gedaan naar het aantonen en zichtbaar maken van onderwijs.
Aanvulling van de conferentie: in België/Nederland is Pedro de Bruyckere op missie om allerlei onderwijsmythes door te prikken. Bijvoorbeeld de leerstijlen; dat is onzin.

Toetsing niet op basis van een cijfer maar op basis van de niveaus van Bloom:
Deze school geeft geen cijfers meer. In plaats daarvan leveren leerlingen hun werk in en worden beoordeeld op welk niveau zij werken: getuigt dit van kennis of inzicht? Analyseert deze leerling de onderwerpen of gaat deze aan de slag om iets nieuws te creëren? Hierdoor kunnen de docenten/leerlingen/ouders/coaches in het leerlingvolgsysteem goed zien op welk niveau de kinderen werken, per vak. Dit geeft ook veel ruimte voor feedback die gericht is op leren en ontwikkelen ipv beoordelen.


Gestructureerd werken met een systeem:
Bijna elke docent had een bordje CMCD op zijn deur. In de hele school wordt deze structuur gebruikt om met de leerlingen regels af te spreken. Dit systeem is gericht samenwerking en consistent handelen. Hier vond ik online iets meer informatie. Dit uitte zich in de school bij elk lokaal met een aantal (strenge?) klassenregels/organisatieafspraken op een A4 bij de deur.


Wat neem ik hier nu uit mee:
1. Beoordelingen in formatieve toetsen zou ik graag door Bloom doen. Dat geeft richting en helpt studenten inzicht te krijgen in waar ze staan.
2. Vaker checken wat ik doe aan de hand van literatuur; ook straks bij de curriculumvernieuwing en de aanpassingen die daar gedaan worden.
3. Een schoolbrede aanpak lijkt mij zinvol. Of het echt werd nageleefd heb ik niet kunnen observeren.
4. In deze scholen wordt veel kleur gebruikt, veel afbeeldingen etc. Ik vind dat er op sommige momenten erg kinderlijk uitzien, als ik 18 ben hoef ik niet meer kleurige sterren en poppetjes te zien om mij heen. Als er van me verwacht wordt dat ik straks zelfstandig kan beslissen (op jezelf wonen, op een vervolgopleiding) dan moet ik dat ook kunnen zonder al deze stimuli.

woensdag 28 januari 2015

Petra Fisser - SLO - 21ste eeuwse vaardigheden

Op http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/ kun je alle informatie vinden over dit onderwerp.Via deze link kun je bij de presentatie van vandaag komen.

Petra Fisser heeft onderzoek gedaan naar 21e eeuwse vaardigheden; de vaardigheden van de toekomst. Zijn dit dan vaardigheden die alleen voor de toekomst gelden? Nee, maar we moeten wel sneller communiceren, beslissen, presenteren. Een van deze vaardigheden is digitale geletterdheid. Deze vaardigheid bestaat uit drie aspecten: ICT vaardigheden, mediawijsheid en informatievaardigheden. Zo is elke vaardigheid opgedeeld en in een Quickscan gezet.

In het onderzoek is gekeken naar in hoeverre deze 21e eeuwse vaardigheden al voorkomen in het onderwijs. Een greep uit de resultaten:
  • in geringe mate komen deze 21e eeuwse vaardigheden voor in de kerndoelen en referentieniveaus (denk aan tule.slo.nl)
  • in methodes komen de vaardigheden weinig doelgericht aan bod, meer 'hap-snap'. In meer geïntegreerde methodes komen de vaardigheden vaker voor. 
  • in aanvullende materialen (grotendeels door leraren zelf ontwikkeld) komen vaardigheden meer voor.  
  • in de lespraktijk wordt er gedeeltelijk aandacht aan besteed. Docenten vinden het wel belangrijk om aandacht te besteden aan deze 21e eeuwse vaardigheden. Als dit goed gedaan wordt dan is dat vaak vanuit een schoolvisie die uitgewerkt is of tijdens projectweken. 
De aanbevelingen uit dit onderzoek zijn onder andere: 
1. ontwikkel leerlijnen van deze vaardigheden, zodat je weet hoe je dit ontwikkelt en continu blijft ontwikkelen. 
2. ontwerp beoordelingsinstrumenten voor het eigen idee van de docent, zodat ik als docent kan bekijken waar een leerling staat. 

Na deze presentatie gaan we zelf naar de Quickscans kijken. Opdracht: kies een onderdeel van deze quickscan en bekijk in groepen hoe we het onderwijs kunnen verbeteren. In mijn (Wies') groepje kwamen we tot de volgende ideeën:

 

Er waren nog veel meer goede ideeën maar die heb ik niet genoteerd. Elke groep had hele andere discussies gehad, dat was erg leuk om te horen. Petra Fisser heeft ons allemaal uitgenodigd om op de hoogte te blijven en, als we willen, deel te nemen aan het verdere onderzoek en ontwikkelproces. En het is leuk om de quickscan eens in te vullen en je rapport te lezen :-) De scan is er voor schoolleiders en docenten.