De 21CS worden gepresenteerd als een heilige graal, maar zijn geenszins nieuw. In de lezing worden een aantal voorbeelden aangehaald uit het onderwijs, waarin samenwerking, mediagebruik en andere vaardigheden tot uitdrukking komen; het maken van een videoclip. Dit voorbeeld roept bij mij de nodige weerstand op. Een opdracht waarin de docent een abstract probleem neerlegt en vervolgens door studenten laat onderzoeken is niet nieuw als je kijkt naar de manier waarop wordt lesgegeven op kunstacademies. Alle 21CS, waaronder interdisciplinariteit, probleemoplossend vermogen en creativiteit komen aan bod in de lespraktijk. Waarom wordt er nauwelijks gekeken naar het kunstonderwijs, waar al tientallen jaren wordt geƫxperimenteerd met media, opdrachten en de manier waarop je lesgeeft? In het aangehaalde voorbeeld is de docent alleen degene die de opdracht geeft, maar niet degene die de opdracht ook begeleidt. Studenten doen met name wat ze al kunnen, dus de vraag is of de docent voldoende vaardig is om deze opdracht, als vorm om de 21CS te stimuleren, optimaal te begeleiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten